Zonder netwerk geen boek?
In de fase van ideeën uitwerken en materiaal verzamelen kan niemand zonder steun, tips en discussie met anderen. Alles slaat dood in een vacuüm. Hoe fijn is het als mensen doorvragen op je ideeën, je uitdagen, je gedachtegang dwarsbomen zelfs. Alleen, toen ik stagiaire was, had ik niet door dat ik met een dubbele agenda onderzoek deed. Aan het sparren met mijn mede-onderzoekers beleefde ik enorm veel plezier, zelfs als het zeer deed mijn ego, maar bezig een te boek schrijven was ik niet. Het klinkt corny, maar… daar raakte mijn idee bevrucht.
Zoals eerder gezegd, schrijven was een eenzame onderneming. Mijn geheime hobby liep als een dun stroompje onder de verplichtingen die een gezin, werken en een sociaal leven met zich meebrengen door. Ik vond het heerlijk om lang te peinzen over structuur, woordkeus, plot. Misschien was het een manier om tot stilstand komen, een moment van stilte zoeken, van mediteren. Uit contact, mono zijn: een afdalen in mijn eigen gedachten. Dat maakte dat het idee verder ontkiemde maar het was breekbaar. Daarom hield ik het voor mezelf, want de ‘toets der kritiek’ kon mijn project nog lang niet weerstaan.
Het van meet af aan duidelijk dat ik op een bepaald moment zou moeten openen. Alleen, wanneer ben je zover? Hoe weet je dat? Niet dus. Het is een gok. En dat deed ik: ik stuurde mijn concept schrijfsel naar een uitgever of wat. Na idioot lang wachten ontving ik gestandaardiseerde afwijzingen zoals past niet in ons portfolio, overschot in aanbod, manuscriptenstop… Dus mijn ambitie verdween in een la, opgedroogd.
Maar toen een kennis vertelde over een schrijfcursus, ging ik met haar mee. Verbinding leggen met anderen, zoeken naar hoe je kunt intunen in het verhaal van een ander, wat je kunt doen en zeggen om de ander boven zichzelf te laten uitstijgen en Rasmoeders verder vormgeven met hun input… ik was weer in mijn element.
Sindsdien durfde ik met meer mensen contact te leggen over Rasmoeders. De reacties waren bemoedigend: interessant, als je boek uitgegeven wordt, wil ik het zeker lezen.
Helaas zag de literair agent naar wie ik het opstuurde, dat toch anders. Haar keurige, steriele afwijzing wekte een sensatie op die het meeste weg had van resoneren in een gong. Van mijn bloedcellen tot in mijn haarzakjes toe, alles vibreerde wanhopig.
Ik was terug bij af. Dacht ik.
Twee jaar later, kwam ik toevallig in contact met Pieter, mijn uitgever. In een telefoongesprek, voelde ik zijn oprechte interesse in Rasmoeders. Twee eigenwijze types, op zoek naar co-creatie en met een gezamenlijk plan. Geen grote organisatie, geen gesmeerde infrastructuur, geen grote budgetten, geen gerenommeerde naam – maar wel speelruimte, energie en lef.
En vanaf hier op eigen en gezamenlijke kracht verder. In contact.
0 reacties