Meestal met Oudjaar, kijk ik nogal slordig en gehaast terug op wat geweest is: even reflecteren op wat fijn was, wat beter kon en waar ik mee blij was dat ik het achter me heb kunnen laten – met een half oog op de klok terwijl de champagneglazen al klaar staan om mee te klinken. Niet echt een diepgravende analyse of betekenisvolle reflectie en zelden een waarachtig moment van bezinning. Een ritueel als een stofje dat je van je schouder veegt… zo, weg er mee en weer dóór. Want eigenlijk kijken we liever niet meer terug, omdat gedane zaken toch geen keer nemen.
Opvallend, want tot ver na middernacht, mogen we elkaar nog zelfs dagen later het beste wensen. Liever goede voornemens, want… vanaf nu gaat alles beter.
Dat geldt niet alleen voor onze individuele beslommeringen, maar ook voor mensen in groepen, voor hele culturen ook. Het verwerken van oorlogservaringen is hier een voorbeeld van, dat in het collectieve geheugen blijft of juist gemeenschappelijke amnesie. En vaak doen mensen dat in stilte. Niet alleen omdat het oprakelen veel onrust geeft, maar ook omdat je jezelf en anderen daarmee belast. Laten we er vooral geen woorden meer aan vuilmaken. We willen vooruit, want we hopen… vanaf nu gaat alles beter.
In het tiende hoofdstuk van Rasmoeders verkent Bianca dit thema. Het speelt zich af op een wetenschappelijk congres in Berlijn, waar ze mensen ontmoet die zich verdiepen in de geschiedenis en wetenschapsfilosofie van de menswetenschappen. Daar wordt juist wél op het verleden teruggekeken, omdat men er van overtuigd is dat we niet zomaar kunnen aannemen… vanaf nu gaat alles beter.
Het artikel in De Volkskrant (van 5 januari 2022) over de miljarden compensatie die de inheemse bevolking in Canada krijgt vanwege het immens lijden dat hen is aangedaan onder de Indian Act, doet me rillen. Culturele genocide wordt het genoemd, het scheiden van kinderen van hun ouders en hen verplicht in internaten opnemen, zodat hun taal, gebruiken en gewoonten verloren zouden gaan. Bianca worstelde twintig jaar geleden ook met dat thema, sinds ze ontdekt had dat de meerderheid van de bijna 3000 vrouwen die gedwongen gesteriliseerd zijn, uit First Nations bestond. Hoeveel vergoeding ook, de schade kan niet ongedaan gemaakt worden.
Nee, een nieuw begin heeft iets anders nodig. Een waarheids- en verzoeningscommissie, onderzoekers die de archieven doorspitten, overlevenden die zich uitspreken. Een inspanning om het uit de doofpot te halen.
Een coming out.
Daarvoor zijn monumenten van belang, beelden als manifestaties van opgelopen trauma. Zij vormen een brug tussen de pijn en de taal. Gedenktekens maken het mogelijk om in gesprek te gaan, om samen te herdenken. Juist ook met mensen die het niet persoonlijk meegemaakt hebben, die er buiten stonden, die er na kwamen, die meenden dat het niet over hen ging of hen niet aan ging. Daarna luisteren we, horen we de verhalen en volgen de gesprekken. En dan, zijn daar boeken. Zodat we ons leren inleven in de situatie van mensen die anders zijn dan wij, zodat we niet dezelfde fouten hoeven maken, zodat we beseffen dat het niet vanzelfsprekend is… dat vanaf nu alles beter gaat.
0 reacties